Pas bij Amsterdam Amstel stroomt de treincoupé echt vol, maar gelukkig had ik al een plekje. De twee vrienden kunnen door de drukte niet naast elkaar zitten en dus schuift er eentje naast een zwijgzame dertiger en de ander ploft neer naast het meisje van een jaar of 23. Het gangpad van een meter breed weerhoudt de jongens niet om uitgebreid met elkaar te praten. De blonde jongen met het baardje klikt twee blikjes bier open en geeft er eentje aan zijn vriend die ik niet zo goed kan zien omdat hij recht voor me zit.

Ze beginnen te ouwehoeren met elkaar waarbij ze weten dat ze publiek hebben.

Zogenaamde kenners zeggen altijd dat de jeugd van tegenwoordig niet meer kan praten. De  social media generatie doet alles online, maar deze jonge mensen hebben er weinig moeite mee. Ze voeren een leuk gesprek waarin ze het meisje van een jaar of 23 met gemak betrekken. Ze vertellen haar dat ze onderweg zijn naar een concert in Utrecht, ze houden van muziek want ze zitten allebei op het conservatorium. Zij gaat naar Den Bosch.

Ze praten niet op een stoere manier, maar stellen bijna ouderwets lief vraagjes en ook maken ze leuke grapjes, die waar je blij van wordt als je even zit te mokken.
,,Weet jij waar je goedkoop en goed kan eten in Utrecht?’’

Als er een cursus ‘old school meisjes versieren’ zou zijn, konden zij hem geven; er is ongetwijfeld een grote markt voor leuke, vrolijke, geïnteresseerde jongens die ook nog eens een leuk beroep hebben waar ze blij van worden. Ze hebben zo’n gesprek waarbij je denkt: met die generatie komt het wel goed. Niet te zwaar voor zo’n eerste ontmoeting, maar ook weer niet alleen over het weer. Meer: wat vind jij leuk en wat winden wij leuk?

De jongen die ik niet goed kan zien, vraagt aan het meisje wat ze heeft gedaan vandaag. Oh ik loop stage bij ….Ik kon niet helemaal horen welk bedrijf het was, maar het was iets degelijks in de categorie ‘Essent’ (of iets anders groots waar ze winst maken). Je zou verwachten dat de jongens van het vrije leven daar een beetje op neerkijken, maar dat is het oude denken.
,,Is dat ook je droombaan of heb je een andere passie?’’
Ze glimlacht even om de jongens en zegt dan opeens: ik hou van zeewier.

Het leuke aan de jongens is dat ze helemaal niet schrikken van dit bizarre antwoord. Ze knikken even, nemen allebei een slok van hun bier en dan zegt de blonde jongen; ,,Aha, studeer je dat ook? Finance & zeewier zeker?’’

Ik doe net of ik aandachtig mijn boek lees, maar ik schiet in de lach. Dat is een behoorlijk goede grap, verwijzend naar de meeste bizarre studies die je tegenwoordig hebt. Zij moet ook lachen en ze vertelt dat het maar een hobby is en dat je het ook kan eten. Soepeltjes verlegt de jongen die ik niet zie het gesprek naar muziek. Of ze bekend is met het werk van Ramses Shaffy en Willeke Alberti. Daar heeft ze nog nooit van gehoord. Als de jongens op Utrecht Centraal eruit moeten vraagt de jongen hoe ze eigenlijk heet.
Loekie, zegt ze.
,,Als we in Den Bosch zijn vragen we naar Loekie en gaan we naar een concert.”

Dat vindt ze een goed idee.