Het mooie aan Nederlandse tv-documentaires vind ik altijd dat niet alles wordt uitgesproken, er zit ruimte in voor interpretatie. Zo viel ik onlangs voor de tweede keer in de docu over de Leidse zanger Mart Hoogkamer. Je weet wel: die jongen van ‘We gaan zwemmen…’
Daarin staat vooral de band centraal van Mart met zijn vader die ook ooit een loopbaan als zanger ambieerde. Hoe dat misging destijds en waarom de vader van Mart soms drie weken opeens verdwijnt weten we niet, maar je voelt tijdens het kijken wel aan waar de pijn zit. Om een mooie loopbaan te hebben in de entertainmentwereld moet je immers veel meer talenten hebben dan zingen. Goede mensen om je heen verzamelen zoals managers en schrijvers is belangrijk, maar je moet nog steeds handig zijn met de klassieke media. Daarin draait alles om gunnen; mensen in de media moeten het gevoel hebben dat ze iets aan je hebben. Toevallig heb ik Mart wel eens gebeld voor een verhaal en dat is gewoon een streetwise leuke gast. Hij snapt heel goed dat je goede nummers moet maken, maar voor een lange loopbaan heb je meer nodig.
Zijn vader
De docu gaat ook over verantwoordelijkheid. Er zit een scene in waarin Mart vertelt over hoe zijn vader ergens halverwege het café en huis niet meer verder kon. Mart haalde hem op en bracht hem naar zijn oma. Terwijl normaal gesproken een vader een zoon iets moet leren over grenzen waren de rollen al vroeg omgedraaid waarschijnlijk bij Mart thuis. Hij leerde, puur omdat hij daarvoor het meeste talent heeft thuis, al snel op eigen benen staan. Misschien wel mede daardoor wist hij ook dat hij de mores in de Leidse volksbuurt moest omarmen, maar ook moet ontstijgen om verder te kunnen met zijn loopbaan. Hij werd op jonge leeftijd als een vader voor zijn eigen vader en ook voor zijn broertje, puur omdat hij wat verder in het leven is dan die twee.
Grote les
De grote les voor meubelmakers, artiesten, fotografen en andere ondernemers die met content een publiek willen opbouwen? Volgens mij kan je van Mart zelf leren dat je als artiest veel slimmer moet zijn dan wij allemaal denken. Je moet een plan bedenken voor jezelf, daar de goede mensen bij zoeken en hard werken. Daarnaast kan je iets leren van documaker Arjen Sinninghe Damsté over hoe je een verhaal vertelt. In een goed verhaal zit immers altijd een tweede laag en dat gedeelte maakt het verschil tussen een aardig verhaal en een goed verhaal, daar zit vaak de emotie.
Natuurlijk volgen we het bijzondere leven van een normale Leidse jongen die doorbreekt na een tophit, maar de pijn eronder maakt het een beetje literatuur. Die tweede laag zorgt er immers voor dat we worden uitgedaagd om over onszelf na te denken; wat is de relatie met familie en vrienden en hoe is het daar met de verantwoordelijkheid geregeld? Als je als maker die tweede laag kan vormgeven, heb je echt goud in handen.