Meta-alarm. ‘De Kleedkamer4-Notes’ is een logboek over de start van contentbureau Kleedkamer4. Het gaat over de keuzes die ik maak, de problemen en natuurlijk over mijn fouten.
Jezelf verkopen: tijd om het boek over Calimeromarketing weer te lezen
Vlak voordat we een podcast opnemen, praten Bas van Teylingen en ik een beetje over onze levens. Ik leg hem uit dat de kans aanwezig is dat de podcast binnenkort niet meer op frank.news verschijnt, maar op Kleedkamer4 dat qua publiek op nul begint. Ik vertel over de gedachte áchter Kleedkamer4, een plek waar videomakers, journalisten en podcastmakers mooie dingen voor bedrijven maken vanuit een contentstrategie. Hij vindt het een topidee en doet graag mee, maar heeft nog wel wat tips om er een succes van te maken.
Hij zei zoiets als: ,,We moeten maar snel eens wat gaan eten om het over je marketingplan te hebben want dat heb je wel nodig. Jouw probleem is natuurlijk dat je veel te bescheiden bent, daar heb ik geen last van. We kunnen elkaar daarin wel een beetje helpen. Begin trouwens eens met een eigen account op LinkedIn met Kleedkamer4.’’
Geen anekdotemachine
Na de opname wandel ik naar de metro en ik weet dat hij gelijk heeft. Nou ja, bescheiden is misschien niet helemaal het goede woord, maar ik ben inderdaad geen anekdotemachine, ergens ligt altijd de relativering op de loer. Dat lijkt me op zich een prima eigenschap voor iemand die content gaat bedenken en maken voor bedrijven, maar in deze fase waarin er klanten moeten komen, is dat misschien niet zo handig. Een paar dagen later haal ik in de bibliotheek het boekje Calimeromarketingmarketing 3.0 van Karen Romme. Voor mij een beproefd recept; als iets niet lukt dan koop of leen ik een boekje, lees dat van voor naar achteren en tijdens het lezen denk ik na hoe ik die lessen uit het boek kan gebruiken. Daaruit rolt dan een plannetje waarmee ik aan de slag ga.
Vuurtoren
Ik had een eerdere druk van het boek wel eens gelezen, maar weet bij de eerste bladzijden al dat het nuttig is. Het is namelijk lekker praktisch, Romme hanteert het opbouwen van een vuurtoren (je moet dus licht geven zodat mensen je vinden) als metafoor. Stap voor stap neemt ze je mee naar het bouwen aan een bedrijf dat zodanig is ingericht dat je wat geld verdient, gelukkig bent en nog even vooruit kan. Het geheime codewoord van zo’n bedrijf? Marketing natuurlijk, hé dat heb ik ooit gestudeerd en ik werk voor een marketingwebsite. Maar toch…
Later neem ik jullie wel een keertje mee in alle stappen richting de mooie vuurtoren, maar nu gaat het over het begin van het boek. Daarvoor blader ik even door mijn aantekeningen on mijn Kleedkamer4-boekje naar aanleiding van Calimeromarketing en daar staat: ‘Nadenken waarom bedrijven nog niet voor mij kiezen’. Het gaat erom dat je goed nadenkt over de barrières bij potentiële klanten om nog niet met jouw samen te werken en die drempels moet je er snel uitslopen zodat er slechts een strakke snelweg overblijft die soepeltjes jouw kant op komt.
Jullie kennen mij nog niet
Daaronder staat direct het antwoord op de vraag ‘waarom kiezen bedrijven nog niet voor mij’. ‘Jullie kennen mij nog niet (misschien een paar van de frank.news-nieuwsbrieven) en hebben er (dus) nog geen vertrouwen dat ik jullie ‘probleem’ oplos’. Zo is het natuurlijk: als ik een schilder moet hebben voor mijn huis gaat het erom dat ik vertrouwen heb dat hij de klus klaart tegen een redelijke prijs. Dat vertrouwen heeft iets te maken met zijn vorige projecten en de verhalen die ik hoor van de persoon die hem aanbeveelt. Zo zal dat ook bij contentprojecten gaan, CEO’s en CMO’s zullen eerst door drie fasen moeten voordat ze met mij gaan samenwerken:
1. Ze moeten vertrouwen hebben dat contentmarketing iets voor hen is;
2. Ze moeten iemand kennen die daar verstand van heeft en die persoon moet Bas Hakker zijn:
3. Ze moeten weten dat ik contenmarketingprojecten goed aflever.
Vertrouwen
Kortom, mensen moeten mij een beetje kennen, een beetje leuk vinden en mij vertrouwen dat ik ‘het’ allemaal ga regelen. De schilder die ons huis deed, kende ik via een goede vriend waar hij ook het hele huis had gedaan. Toen we hem ook nog een aardige man vonden en de prijs meeviel, gaven we hem een hand. Dat werkt bij mij niet anders, jullie moeten dus mijn spulletjes tegenkomen, ik zal er iets over vertellen en op basis daarvan zullen jullie mij gaan bellen. Klinkt logisch, net zoals je het vertrouwen opbouwt bij een vriend door steeds iets meer over jezelf te vertellen. Horen daar eigenlijk ook de verhalen over mislukkingen bij?
Nou ja, ik ben een regelmatige kijker van First Dates en dan leer je dat je niet met sombere negatieve verhalen moet beginnen want je schrikt mensen ermee af. Dus ik zal jullie nog wel eens vertellen over mijn roman die 287 keer werd verkocht, over de ruzies met wat negatieve hoofdredacteuren en over mijn ontslag bij het communicatiebureau in 2000, maar laat ik beginnen met wat positieve verhalen. Zoals bij First Dates inderdaad; een vrolijke introductie van jezelf, hoe je in het leven staat en wat je plannen zijn. Ook laat je alvast iets los over waar je voor staat, dat je jezelf misschien niet te serieus neemt.
Het had zo moeten zijn
Als ik terugdenk aan mijn kennismaking met de contentmarketingwereld is de gedachte ‘het had zo moeten zijn’ niet ver weg. Eigenlijk vond ik het helemaal niks dat ik een rol zou spelen bij de verhalen die bedrijven zouden vertellen. Soms maakte ik wel eens wat advertorials en daar werd ik niet heel vrolijk van. Altijd wilden bedrijven dan 700 keer de bedrijfsnaam in hun verhalen hebben en ze verkochten vaak onzinpraatjes over zogenaamd briljante producten waar niemand op zit te wachten. Maar ja, om me heen zei iedereen dat contentmarketing echt iets voor mij is omdat daar mijn liefde voor journalistiek en die oude marketingstudie bij elkaar komen. Daar geloofde ik niet zo in want ik ergerde mij kapot aan al die marketeers die zich met mijn werk bemoeiden, een arrogante houding die je een beetje moet hebben als journalist. Mijn desinteresse duurde tot het moment ik de podcasts van Joe Pulizzi hoorde en Gérard Ghazarian van de Candid Group leerde kennen. Pulizzi benadrukte dat het – ook bij content van bedrijven – vooral om de kwaliteit gaat en Ghazarian bracht dat theoretische uitgangspunt in de praktijk.
Geen rommel
Gérard is de eigenaar van de Candid Group, een verzameling communicatiebureaus waar inmiddels meer dan 200 man werken, die vier jaar geleden tegen een groepje journalisten zei: hier hebben jullie een budget en een platform en ga maar de allerbeste content over media & marketing maken. Pulizzi zei in zijn podcast hetzelfde: maak goede verhalen. En zo ging ik mij vanaf vier jaar geleden specialiseren in contentmaketing; leren van Pulizzi en in de praktijk brengen bij frank.news. Ik werd iets later hoofdredacteur bij frank.news, we zorgden dat we alles anders deden dan de concurrenten, dat we echt een merk werden waardoor we wat publiek opbouwden. Kortom, alles wat Pulizzi vertelde over contentmarketing. We bedachten verhalen, onderzochten of het werkte en gingen weer door. En ja, we deden ook dingen fout, zo maakten we ooit een video die aan alle kanten rammelde omdat we geen goede makers inschakelden. Als je budget beperkt is, moet je creatief zijn, maar natuurlijk geen rommel maken. We leerden vertrouwen op onszelf als redactie in plaats van op allerlei kenners.
Vertrouwen
Bekend worden en zorgen voor vertrouwen in de goede afloop, dat is dus een goede basis. Ook belangrijk is dat je het een beetje anders doet dan de concurrentie, maar dat is een goede voor het tweede deel van deze tapes waarin ik iets vertel over Kleedkamer4. Waarom zou Ghazarian er destijds vertrouwen in gehad hebben dat ik samen met de redactie dat frank.news een beetje goed zou leiden? Dat heeft, denk ik, met twee zaken te maken (en dat zeg ik echt in alle bescheidenheid en vanuit de gedachte dat er 1000 dingen zijn die ik niet kan en twee wel aardig): vakmanschap en ondernemerschap. Hij zag wel dat ik aardige, originele verhalen kan bedenken, dat ik die media- en marketingwereld een beetje ken en dat ik hou van aanvallende middenvelders. Ook zal hij wel dat ik de redactie kon overtuigen om op een bepaalde manier te denken. Kortom, ik ben wel een aardige journalist, zeker geen Ajax, maar als je Feyenoord bent dan leer je goed omgaan met de beperkte talenten die je hebt.
Het twee wat hij vermoedelijk herkent, is dat ik een mespuntje van het ondernemerschap heb dat hij van nature heeft. Ik heb ook nooit de behoefte gehad om in loondienst te gaan, maar wil vooruit, nieuwe dingen proberen. Het verschil met hem is dat hij veel meer durft terwijl ik ook nog omkijk hoe het met de verdediging zit. Een nieuwe serie, gewoon maar starten met een podcast omdat het kan en goede mensen vinden om voor weinig geld topvideo’s te maken. Dat je niet precies doet wat je wordt opgedragen, vindt hij ook wel mooi en vooral verstandig. Ach, eigenlijk is het niet zo moeilijk; hij weet dat ik het regel voor hem, namelijk elke dag een beetje aardig verhaal op frank.news zet.
Redelijke glazenwasser
Maar ja, dat vertrouwen kan veranderen en mensen zijn mij ook wel eens zat, maar om daar iets over te zeggen, moeten we elkaar iets beter leren kennen. Om ervoor te zorgen dat jullie mijn verhalen een beetje lezen en laters zelfs mogelijk klant worden, moet ik dus aan een aantal criteria voldoen en dat wordt nog hard werken. Ik moet jullie er eerst maar eens van overtuigen volgens de Calimeromarketingmethode dat het leuk is om met mij samen te werken, dat ik lever wat ik beloof en dat er ondertussen ook nog een beetje gelachen wordt. Ik zal die drie, vier klanten eens zelf vragen waarom ze eigenlijk met mij zakendoen, maar ik ga er maar even vanuit dat ik de ramen behoorlijk kan wassen en dat ik een redelijk gezellige glazenwasser ben. ‘Bas Hakker, kon redelijke stukjes maken en was een aardige gast’. Lijkt me een mooi streven.