Twitter, maar dan genuanceerd (frank.news)
Dat was mooie bijvangst, om in visquotatermen te blijven. In een museum een volledig nieuw concept voor social media bedenken. Dat kunnen alleen de hele groten natuurlijk. 😉
Het was zo’n regenachtige hangzondagmiddag en dan hebben wij thuis tegenwoordig de neiging om een Museum binnen te wandelen, het liefst een beetje een saaie. Dat lukte onverwacht goed. We zouden eigenlijk naar Naturalis gaan, maar toen we bij het Freekparadijs kwamen aanrijden, vonden wij het iets te druk. Blijkt het Museum Volkenkunde daar om de hoek te zitten.
Ouderwets museum
Nu werken alle mensen bij musea keihard om de bezoekers met de combinatie Museumjaarkaarten & tijd richting hun museum te krijgen, maar dat lukt niet altijd zo goed (en ik ben daar blij mee). Het Museum Volkenkunde is nog een beetje een ouderwets museum met veel spulletjes achter vitrines en weinig ‘stukje experience’. Veel oude bruine sandalen met zo’n kaartje erbij: ‘hier in Afrika lopen ze al eeuwen rond op soortgelijke schoenen die ze doorgeven van vader op zoon’.
Boterhamzakjes
Je hoort direct die basstem van Nico Dijkshoorn erbij (‘dit zijn dus schoenen, hele oude schoenen’). Er is nog wel een speurtocht uitgezet, maar dat is precies dezelfde als een jaar geleden. Omdat je nu eenmaal het publiek krijgt dat je verdient, lopen er dus in dat museum veel authentieke Museumbezoekers rond. Jullie kennen ze wel toch als doelgroepdenkers? Aardige zestigers met zo’n bibliotheekboek onder hun arm die – gewoon omdat het kan – ergens op een bankje een half uur gaan zitten lezen. Om 13 uur knopen ze hun boterhamzakjes open om hun volkorenbammetjes te eten samen met het kopje Gemberthee dat ze gekocht hebben. Geen hippe dertigers met de laatste kinderwagen die van hun vier banen gemakkelijk zes luxe broodjes en twaalf Fristi kunnen aftikken om de kinderen rustig te houden, maar rustige mensen, NPO-kijkers zou ik bijna zeggen.
Hoewel ik niet echt bij die club genuanceerde boekenlezers hoor, hebben ze wel mijn ritme op de een of andere manier. Mijn kinderen vermaakten zich verder prima met die oude speurtocht en dan kom ik meestal ergens op een bankje terecht waar ik meer naar de mensen dan naar de spullen kijk. Precies dat deed ik in de Antarctica-zaal waar natuurlijk wat kajakken, harpoenen en messen in de vitrines lagen. Tussen de spullen en kaartjes met interessante teksten door stond er opeens een tv-scherm.
Walvisjacht op IJsland
De filmpjes gingen over de walvisvangst op IJsland. Er stonden drie regels introductie, zoiets van: ‘de IJslanders jagen al hun hele historie op zeehonden en daar kun je iets van vinden’. Je kon daarna kiezen uit drie verschillende filmpjes met meningen over de zeehondenjacht. De lokale bevolking legde uit dat ze toch moesten eten, Lenie ‘t Hart was voorstander als er goed gelet werd op het bestand en iemand van Wakker Dier was tegen.
Briljant natuurlijk, je introduceert het onderwerp en daarna volgen er drie verschillende groepen met allemaal hun eigen belangen die iets vinden. Het is daarna aan jou om je eigen standpunt te bepalen; bij wie wil je horen en wat vind je zelf?
De denkfout van Twitter
Dat is natuurlijk precies de fout die de bedenker van Twitter ooit heeft gemaakt. Onlangs stond er nog een groot verhaal in De Groene Amsterdammer hoe dat het paradijs van rechtse meningen is geworden omdat je natuurlijk makkelijker een club verzamelt rond een iets minder gangbare mening dan een met een genuanceerd verhaal. Zo werkt elk medium trouwens, maar op social media is dat ‘bubbel-effect’ nog even iets sterker.
Rekenregel inbouwen
Jack Dorsey, bedenker van Twitter, had eigenlijk een rekenregel moeten inbouwen met zo’n zelfde soort systeem als die video in dat leuke Leidse museum. Dus je opent twitter, er volgt een korte neutrale introductie van de Zwarte Pietendiscussie en daarna drie meningen met onderbouwingen van Johan Derksen, Anouk en nog een genuanceerd iemand die voor een lichte aanpassing is. Pas als je verplicht drie, zorgvuldig uitgekozen – verschillende – meningen hebt gehoord mag je je eigen opinie optikken. Vervolgens gaat het net zoals in de klas vroeger; je mag natuurlijk van alles vinden, maar je moet er wel een goede argumentatie bij hebben. Als de argumenten niet passen bij het standpunt knikkert de baas van Twitter je uit de klas of krijg je een slecht cijfer zodat je volgende keer iets minder op Twitter mag.
Nieuwe generatie twitter
Niet slecht toch? Sterker nog, je kan deze manier van werken nog wel iets breder doorvoeren. In elk stemhok monteren we videoschermen. Vooraf heb je moeten aangeven welke criteria voor jou bepalend zijn bij het stemmen en je krijgt op zo’n stemwoensdag video’s met de verschillende standpunten. Stel dat je bijvoorbeeld onderwijs en Belastingen belangrijk vindt dan volgen er interviews met alle specialisten van de partijen die verplicht een visie op het onderwijs geven. Na afloop moet je even in ‘de contemplatiekamer’ een half uurtje nadenken en daarna mag je je stem uitbrengen.
Weten jullie een naam voor de nieuwe generatie van Twitter? Met een shout out naar Tim den Besten zou ik zeggen: Twitter, maar dan genuanceerd.