Het mooie aan Jan van Mersbergen is dat hij niet als Kluun of Saskia opeens doorbrak, maar dat hij heel rustig en kalm zijn publiek een beetje uitbouwde en, met wat kleine zijstappen, een prima leven heeft dat volledig in het teken staat van het schrijven. Dat doet hij zonder te hopen of lijden, maar gewoon heel nuchter calculerend. ,,Ik werkte achter de schermen in het theater vanaf 1995 en debuteerde in 2001 met de intentie om daarmee mijn geld te verdienen. Na mijn derde roman zegde ik mijn baan op en daar ben ik heel blij mee. Ik heb wel in de redactie van een literair tijdschrift gezeten, geef workshops schrijven, maar de basis is altijd werken aan een roman en kijken hoe dat valt. Ik heb veel discipline en die kan ik daarvoor goed inzetten. Mijn bedoeling was om eens in de twee jaar een roman af te leveren en dat lukte in 2001, 03,05,7,9 en 11 prima. Dat werkte goed want als je er om de zeven jaar eentje schrijft dan word je door de boekhandel als een debutant gezien. Dat wilde ik niet.’’

Businessmodel
In de schrijverswereld is het natuurlijk belangrijk om een businessmodel op te tuigen. Kon hij daar zijn weg in vinden? ,,Zeker, het is wel sprokkelen, maar het lukt aardig. Ik moest bijvoorbeeld bij de bank mijn inkomen van de laatste jaren laten zien en dan zien ze dat je een stabiel inkomen hebt. Ik denk nu bijvoorbeeld na over wat er in 2021 gaat binnenkomen en dan weet je dat er nog iets bij moet, maar dat gaat wel lukken. Als ik geld nodig heb dan verzin ik wel weer een ander project; ik doe nu schrijfworkshops helemaal zelf en dan merk je dat het professioneel begeleiden bij schrijven een markt is. Bij de Schrijversvakschool betalen ze een minimaal uurtarief dus ik hou zoveel mogelijk in eigen beheer.’’ Een andere tak aan de boom die wat geld oplevert is de ‘thrillertak’ die Jan onder een andere naam schrijft. ,,Dat doe ik voor een andere uitgever en dat levert ook weer wat op. Ik ben vooral blij dat ik geen kranten en tijdschriften hoef te benaderen voor verhalen; het is allemaal heel vluchtig en krantenredacties zijn altijd bezig met de dag van morgen. Als ik mail met een idee dan krijg je soms geen reactie of ze weten niet wanneer ze het plaatsen. Ik wil graag concrete actie; wanneer plaatsen we en wat levert het op? Dat is allemaal ruis. Als ik samen met journalist Gilles van der Loo ‘de vertellers van Helmers’ heb ik dat allemaal in eigen hand. We nodigen vijf gasten uit in Cafe Helmers die we een minuut of zeven laten vertellen.’’

Projectjes
Dat soort ideetje draagt allemaal een beetje bij aan het opbouwen van zijn publiek en bovendien vindt hij het heel leuk om te doen. ,,Ik publiceer elke dag op twitter een kort verhaaltje. Dat zijn van die dingen die je zichtbaar maken en die ervoor zorgen dat je schrijver kunt zijn. Op mijn website schrijf ik elke dag een stuk en er komen dagelijks tussen de 400 en 500 bezoekers. Dat zijn mensen die elke dag terugkomen en daar bouw je wel iets mee op. Ik ben geen schrijver zoals Saskia en Kluun die gewoon 100.000 boeken verkopen, maar daar zijn er in Nederland maar een stuk of 20 van.’’

Publiek opbouwen dus met zijn korte verhalen, tweets en aan dat publiek af en toe een boek verkopen of een workshop. ,,Zo werkt het….ik interview bijvoorbeeld met Elvin Post schrijver bij Donner in Rotterdam en daar komen misschien ook weer wat mensen op af die ons leuk vinden. Ik interview natuurlijk wel wat anders dan een journalist; ik wil weten hoe een boek in elkaar zit, dat moet voor een publiek ook wel een meerwaarde hebben, ik vraag niet hoe autobiografisch een boek is. Ik ben helemaal gek van het schrijven zelf; pluis altijd uit hoe dat zit met de vertelperspectieven enzo. Daarin ben ik een freak, een vakidioot.’’

Misschien is dat wel zijn rode draad en zijn geheim; echt dat schrijven helemaal uitdiepen, echt als een vak beschouwen. ,,Tijdens workshops gaat het daar over. Dat de deelnemers een perspectief moeten kiezen en dan delen we het verhaaltje. Daarna vraag ik of ze het willen vertellen vanuit een ander perspectief en dan krijg je een verrassingseffect. Schrijven is altjjd iets afleveren waarbij je snapt wat er bij de lezer gebeurt.’’

Ome Joost
We komen even terug op het workshop geven. Is het echt een ontdekking om dat helemaal zelf te doen? ,,Zeker, alleen is het lastig om de werving helemaal zelf te doen terwijl instituten als de Schrijversvakschool putten uit grote groepen die willen schrijven. Het is een kwestie van rekenen: als ik een paar weken met acht mensen in de lunchroom kan zitten van een voetbalvriend dan is dat makkelijk in elkaar te zetten. Het moeilijkste is dan de mensen bereiken met die interesse. Ik maak wel op Twitter en Facebook reclame en er zijn wel wat website waar je de cursus kan aanmelden, maar dan sta je tussen 200 andere workshops. Het is ook wel mooi om te horen dat mensen die zes avonden drie uur schrijven en met andere mensen praten dat beschouwen als een verdieping. Ik denk wel dat er mensen op afkomen die mijn werk een beetje kennen ja. Ik hoop dat ik een verteltechniek heb waar mensen iets mee kunnen. Zelf ben ik ook eerst tien jaar gaan lezen voordat ik dacht: misschien kan ik dat zelf ook een keer doen. Toen was ik twintiger en las ‘Misdaad en straf’ (van Dostojevski natuurlijk ;-)) en 100 jaar eenzaamheid (van Gabriel Garcia Maquez, je weet toch). En ik wilde mijn eigen Honderd jaar Eenzaamheid schrijven, maar dat werkte niet omdat je je eigen stem moet vinden. Ik kwam erachter dat ik moet schrijven hoe mijn ooms van mijn moeders kant van de familie onderling praten; heel grappig, stellig, Brabants, veel humor, een beetje lompig. Als je in Amsterdam woont zoals ik, denk je: ik moet als Leon de Winter schrijver, maar ik moet als mijn ome Joost schrijven. Iedereen heeft wel een eigen Ome Joost’’  

USP
Dat is mijn Unique Selling Point en zo maak ik daar ook op een rustige manier reclame voor. Ik zeg niet ‘schrijf een bestseller’…die workshop ga ik zelf nog een keertje volgen….Kijk, ik ken Saskia en Raymond (van der Klundert, dat is Kluun) goed en weet dat het werk hetzelfde is, maar hun positie is anders. Als ik iets zeg, is dat op Nu.nl geen nieuws en dat geeft mij ook veel vrijheid. Die bestsellerstatus is iets wat je overkomt en het mooie is dat ik die weg niet hoeft op te zoeken, dat maakt het mij makkelijker. Er zijn mensen die denken dat ik daarom thrillers schrijf, maar ik vind het gewoon leuk om dat uit te zoeken. Ik weet gewoon dat ik nog voldoende verhalen heb liggen….heb wel eens een zomer als stratenmaker gewerkt en wat ik doe is hetzelfde. Je weet wanneer een pad klaar is en als je een goede fundering hebt en je legt de tegeltjes er goed in dan komt het goed. Ik heb genoeg ideeën en elke dag schrijf ik 1000 woorden en dan heb ik er in een maand 10.000 en dan wordt het wat. Het is gewoon zitten en het is vertrouwen hebben.’’

Grote fans
Weet hij wie zijn grote fans zijn? ,,Ja, via Facebook en twitter zie ik wel reacties als ik een stukje plaats. Ik reageer daar niet altijd op, maar ik vind het leuk dat mensen mij volgen en dat die lijnen heel kort zijn. Mensen kunnen mij ook gewoon direct mailen, ben vrij toegankelijk. Ik zie het wel echt als werk. Als ik ga voetballen met vriendinnen gaat het niet over werk. Ik kijk ernaar uit dat het weer gaat beginnen.’’ Jaarlijks haalt hij uit zijn boekenverkoop ongeveer 60 procent, de workshops en redactie is ongeveer 20 procent en de rest is optredens en schrijfopdrachten. ,,Dat is vrij stabiel en je moet altijd kansen zoeken. Ik las bijvoorbeeld veel thrillers en schreef daar veel over op mijn site en liet vallen dat ik het zelf ook wilde proberen. Toen reageerde er direct een redacteur die dat wel wilde lezen. In die zin is het fijn dat ik merk dat ook redacteuren mij volgen…Toen ben ik gaan schrijven en dat werd mijn thriller.’’ Interessant qua publiek opbouwen is dat hij natuurlijk niet alleen zijn lezers daartoe kan rekenen. Het helpt ook als journalisten en uitgevers hem volgen. ,,Dat is een hele belangrijke tak; ik ken inmiddels bijna iedereen in de literaire wereld en dat helpt enorm. Ik ben met wee non-fictie boeken bezig die bij verschillende uitgevers verschijnen. Ik vind het fijn om ergens iets op te bouwen, dat het bij een fonds pakt. Het is ook fijn om met verschillende redacteuren te werken, die uitgevers zijn ook concurrenten.’’ Hij beschouwt dat netwerken als onderdeel van zijn vak. ,,Zeker, daarom ga ik ook naar boekpresentaties van schrijvers die ik ken. Omdat ik weet dat daar redacteuren rondlopen, recensenten kom je ook overal tegen. Ik ga elk jaar naar het Boekenbal en dan vragen mensen waarom ik nooit mijn vriendin meeneem. Maar ik loop daar als schrijver, er zijn mensen die ik alleen maar daar spreek. Het is handig als ik daar vrijheid in heb. Ik heb een keer in een jaar gehad ik 90 procent van mijn inkomsten uit opdrachten op het Boekenbal opdeed. Ik moet daar naartoe. Het is natuurlijk gewoon een branchefeest waar je toevallig het Journaal mee opent. Dat zie ik bij het feest van de stukadoors niet gebeuren. Het is een werkavondje…Ik ben Gilles daar ook tegengekomen…’’     

Zou hij die lessen ook meegeven aan beginnende schrijvers? Neem je vak serieus; bouw je publiek op, bouw je netwerk uit? ,,Ja, voor mezelf is dat belangrijk en iedereen moet daar zijn manier in zoeken. Mijn manier is wel persoonlijk. Je moet zichtbaar zijn, het moet geen loterij worden waarbij je altijd hoopt op Saskia Noort verkoopcijfers. Wat als dat niet lukt? Je kan wel zeggen: ik heb geen zin om voor te lezen, maar dan leer je dat maar gewoon. Je moet gewoon naar de bibliotheek in Lelystad gaan, aardig zijn voor die mensen, een mailtje sturen met jouw factuur en ik heb die mailtjes al klaar staan. Zo werkt mijn vak een beetje.’’

Doet hij ook zijn PR richting media zelf als er een nieuw boek komt? ,,Nee, maar ik laat het boek wel lezen door bevriende schrijvers en daar hebben we contact over. En vergeet niet dat als een beroemde schrijver iets aardigs zegt over je boek dat dit soms meer effect heeft dan een recensie in NRC. Met Raymond doen we traditioneel de boekenruil; dan ruilen we boeken uit en dan maken we een foto en gaan we lezen. Dat vinden we leuk…maar bij Saskia zou dat niet kloppen. Dan ligt het net even anders; dat is een kwestie van aanvoelen. In de Onverwachte Rijkdom van Altena spelen Nick & Simon een rol en hen heb ik ook het boek gestuurd. De manager wilde weten of zijn kompanen er goed vanaf kwamen en ik probeerde daar nog iets uit te slepen. Dat vind ik leuk….Dat hoort allemaal bij mijn vak. Bij de vertelavonden in Helmers hebben we steeds vijf gasten en dan helpt het dat ik met al die schrijvers goede contacten heb. Dat gepuzzel is leuk.’’ Het is nog wel eens een dingetje in de uitgeverswereld om aan de talkshowtafels te komen omdat de grote boost geeft, maar Van Mersbregen bekijkt dat iets nuchterder. ,,Ik heb met DWDD drie of vier keer contact gehad en dan probeer je daar uit te komen, maar dat is mij niet gelukt. Sommige schrijvers ligt dat goed en daar komt van alles uit, maar dat werkt niet bij iedereen. Marieke Lucas Rijneveld was tafelmens en dat werkt goed en in diezelfde periode blijft het bezoekje van Jaap Robben bij een keer. Daar zit een soort opportunisme wat wel of niet werkt op tv. Ik weet niet of het voor mij iets zou opleveren, ben daar wel onzeker over. ‘Eus’ doet dat geweldig, kan heerlijk praten en het helpt ook wel dat hij uit Deventer komt. Dat doet hij knap. Ik zou niet weten hoe ik daar in sta, maar je moet daar goed over nadenken; je kracht daarin zoeken.’’    

        

Avatar

Door Bas Hakker